Zeedijk - mijnheer wouters lyrics
rate meik kreeg ongevraagd advies vandaag bij de bakker in onze straat
toen ik zei een halfje bruin vroeg hij geen croissantjes meer
waar is ze vroeg de bakker heb haar sinds kerst niet meer gezien
en ik zei quasi nonchalant klopt ik ook niet meer sindsdien
het gesprek viel stil tot mijnheer wouters zei
ik heb hetzelfde meegemaakt meer dan vijftig jaar geleden
op de kop af 53 jaar om precies te zijn
ik weet het nog goed - een halfje wit gesneden
en ergens diep van binnen doet het nog steeds een beetje pijn
opeens was ze weg van de een op andere dag
ze stond bij de trap haar koffers al gepakt
- voor straks bij de koffie een appelbeignet
de deur achter haar dicht en alle andere cliches
ja mijnheer wouters weet wat liefde is
in zijn oog welt een krokodillentraan
zijn verdriet te lang geleden slechts een herinnering
mijn verdriet is nog vers ik heb in troost nog geen zin
liefde is een leven lang pijn zegt hij
steeds naar haar verlangen
en altijd bij haar willen zijn
bang zijn dat ze je verlaat zegt hij
of dat ze onverschillig wordt
of om alles wordt ze kwaad
huis tuin keuken wijsheid mijnheer wouters
woorden louter klanken nietszeggend leeg
foute woorden elk gesproken woord klinkt nu zo fout
mijn verdriet is te vers en dat van u te oud
mijnheer wouters weet wat liefde is
in zijn oog welt een krokodillentraan
zijn verdriet veel te lang geleden slechts een herinnering
mijn verdriet is nog vers en ik heb in troost nog geen zin
de eerste keer ik nam haar mee heb ik dat al ooit verteld
niet nog meer denk ik en wacht op mijn wisselgeld
we hadden toen van mijn kantoor een of ander feest
zo verliefd als ik toen was is er niemand ooit geweest
als ze danste kwamen denken en voelen samen
overvleugelde verlangen elke herinnering
lagen maanden tussen morgen en gisteren
zijn blik op oneindig die mijmering
als ze danste was ze voor iedereen ongrijpbaar
haar voeten raakten nauwelijks de grond
ik stond vastgenageld luisterde ademloos
hoe hij ineens vervuld zo mooi zijn woorden koos
mijnheer wouters weet wat liefde is
en vanzelf welt in zijn oog een traan
zijn verdriet lijkt lang geleden maar er is iets wat ik herken
niet alleen wat hij vertelt maar ook de kleur van zijn stem
als ze danst komen denken en voelen samen
overvleugelt verlangen elke herinnering
liggen maanden tussen morgen en gisteren
blik op oneindig alleen nog maar een mijmering
als ze danst is ze voor iedereen ongrijpbaar
haar voeten raken nauwelijks de grond
ik wil met haar dansen