Will Ferdy - Hospitaal lyrics
rate meVoor deze vrouw, gestorven in Uw hospitaal
vraag ik U, God, om gena.
En is Uw paradijs niet enkel een verheel?
Beloon dan nu haar goede daden!
De stem die ’t mij vertelde was koud en zonder ziel.
Ik werd haast gek, de mensen keken.
De ene helft verlamt, lag ze daar, immobiel:
de andere helft was nu bezweken.
Al hield de nacht haar reeds gedeeltelijk omkneld,
toch kende zij nog steeds geen klagen.
Ze zei me: “Roep die dokter.” Ik heb hem gauw gebeld.
Hij zorgde voor een ziekenwagen.
O, tijd van wetenschap, o wonderbare tijd,
wat kunnen dood en leven strijden.
Waar gaat de berrie heen die door de gangen rijdt,
doorheen dit groot asiel ban lijden?
Met inkt, die toen al rouwde over nabije dood,
moet ik wat inlichtingen schrijven.
’t Huis van barmhartigheid leek mij opeens te groot;
voor haar die daar moest achterblijven.
Ik kwam er telkens weer, op toegelaten tijd.
Ik bracht haar vruchten mee en bloemen.
Een moede glimlach dankte voor die genegenheid…
Ze kon mijn naam niet eens meer noemen.
Ze lag steeds roerloos stil, toen vatte ze een kou;
Een raam was op een kier gebleven.
Eén van de zielezusters keek soms niet al te nauw…
Wat ik niet kan, zal God vergeven!
In een ultiem gebaar heeft ze mijn hand gekust
en kreeg ik moeders laatste zegen.
En prevelend: “’t Is uit!” heeft ze naar d’eeuwige rust
voor altijd ’t moede hoofd genegen.
Deze vrouw heeft geleefd in voortdurende jacht.
Ze heeft in heiligheid en zonde
geleden en gewrocht, twee kinderen grootgebracht
en geen moment wat rust gevonden.
’t Zou onrechtvaardig zijn indien God niet bestond
na alles wat zij heeft gegeven…
Een muur beschermt het graf waar zij een rustplaats vond.
Ginds roken schouwen, hoogverheven…
Muziek en tekst: Guy Béart
Vertaling: Will Ferdy