Will Ferdy - De vluchteling lyrics
rate meHij kwam uit het Nomensland
en daar moest hij vandaan.
Heel zijn rijkdom was het strand
waarop nu de kanonnen staan.
Hij kwam uit een land
dat de haat en de brand
van het onbegrip verscheurde.
Het was nog een kind,
onbewust, onbemind,
van wat er met hem gebeurde.
Hij wist niet meer hoe
en waarom hij doodmoe
in ons dorp was aangekomen.
Enkel van die flits,
dan die knal en het niets
van zijn wereld bleef hij dromen.
Een beetje schuw, een beetje bang
was hij van ons en bleef opzij.
De tijd scheen hem zo bitter lang
en zijn geluk zo ver voorbij.
Maar eens kwam de dag
dat hij zag
dat hij hoop bij ons kon vinden,
wat men hem ontnam,
zijn heimat, zijn stam,
zijn familie en zijn vrienden.
Hij kwam uit het Nomensland
en daar moest hij vandaan.
Heek zijn rijkdom was het strand
waarop nu de kanonnen staan.
Ik gaf hem de hand
en een duurzame band
werd gesmeed tussen ons beiden.
Samen groeiden wij
uit de jeugd, zij aan zij
alsof niets meer ons kon scheiden.
Ik hield van zijn blik,
vurig en warm, ik had schik
in de taal van zijn gebaren.
Liefde bloeide op
tussen ons als klimop
dat twee bloempjes wil vergaren.
Maar ons geluk duurde niet lang,
het sprookje mocht niet meer bestaan
want in zijn hart welde de drang
om naar zijn land terug te gaan.
En toen, op een nacht,
ging hij weg met de lach
van de winnaar ik zijn ogen.
Weemoed brak mijn stem
toen het vliegtuig met hem
naar zijn noodlot is gevlogen.
Hij ging naar het Nomensland
om daar zijn man te staan
en te trachten van zijn strand
de kanonnen doen weg te gaan.
Muziek en tekst: Wim Friesberg