Toon Hermans - Snieklaas lyrics
rate meIk kan me niet herrinneren dat ik ooit kado's gehad heb.
Ook niet met December, hoe weet het, met Snieklaas.
Ik kreeg nooit kadoos met sni sni snie snieklaas.
Van die hele Snieklaas heb ik nooit wat gehad,
Hij deed alsof ik niet bestond.
Ja, ik vind het een nare man, dat mag je gerust weten.
Die hele Snieklaas, daar hou ik helemaal nie van.
Een vervelend personage.
Met zijn schimmel.
Ja, ik hou niet van die man, ik heb aan weinig mensen een hekel,
maar ik kan die man niet uitstaan.
Schijnheilige.
Ik mag hem nie die man,
een onsympathiek individu.
En die knecht vind ik ook een zak.
Weet je wat ik van die knecht vind, een irritante jongen, weet je dat.
Een hoogst irriterend persoon, met zijn gelach.
Hij stond toch altijd te lachen.
Weet je dat niet meer?
Zij knecht staat te ......
Uh idioot.
6 December, hardstikke koud, gaat hij op het dak zitten lachen.
Ik vind het een raar stelletje hoor,
Een dom koppel, Ja een dom koppel vind ik het.
Ik mag ze niet, allebei niet.
Ik heb nooit wat van ze gehad.
Ik zette mijn schoen 's avonds, ik was blij dat hij er 's morgens nog stond.
Maarja..... ik hou niet van die mensen.
Die stomme liedjes zingen.
Hoor wie klopt daar kinderen.... Geen hond!
Heeft u dat ook allemaal gezongen?
Heeft u ook van dat stomme, heeft u ook gezongen en gooi dan wat lekkers in 1 of andere hoek?
Wat is dat voor waanzin? Waarom zegt ie nie gelijk in welke hoek hij die rommel gooit!
Ken je nog een beetje lopen zoeken waar het spul ligt.
Ik mag die man niet, die hele Snieklaas niet.
Een vervelend persoon. Oneerlijk ook!
Een oneerlijke man. Er waren kinderen die hadden kado's.
Daar liepen de treinen door de kamer.
En bij mij thuis liep niks door de kamer.
Ja wij zelf, ik was de locomotief.
En nog een zootje armoedzaaiers achter me aan.
We waren gelukkig met een groot gezin, anders was het nog een treintje van niks geweest ook!
Nee, ik mag hem niet
Kapoentje, laat me niet lachen.
Stokouwe vent die zich nog kapoentje noemt.
Ik heb het altijd een dom feest gevonden hoor,
zat jij bij die kachel, zat je je bewusteloos te zingen.
Met die vieze stinkende kolendamp in je kop.
En opeens werd er op de deur geklopt en dan kwam Snieklaas binnen.
Nou ik zie hem nog binnen komen, zo iets armoeigs.
Had een sprei om.....had een sprei om.... en ik kende die sprei
En ik kende die, die was uit de voorkamer.
Die lag altijd op tafel, je kon op zijn rug precies zien waar de asbak gestaan had.
Kom uit Spanje zei die gek.. ja...
Met mijn sprei om, kwam hij uit Spanje.
Met mijn sprei om....uit de kroeg kwam ie.
Dat zag ik meteen.
Hij had een meiter op. En een stuk of 8 neuten.
En naast hem stond PieterJan knecht. Maar dat was helemaal geen PieterJan knecht.
Dat was tante Jo. Dat zag ik meteen.
Die had een paar dingen, die had ik nog nooit bij PieterJan knecht gezien.
Ja u maakt me aan het lachen, weet u dat? Nou zit ik te lachen om mijn eigen ellende zeg.
Maar het is mooi waar hoor wat ik vertel, ik heb nooit iets gehad van die man.
Ik kan hem niet uitstaan, en waren kinderen die hadden mecanodozen en autopetten.
Dat had ik ook wel gewild.
Ik had niks, ja ik kreeg weleens wat, ik kreeg weleens een spelletje ofzo.
Dr lag wel een spellejte zo ieder jaar.
Lag er een spelletje bij de kachel, 1 of ander stom ding.
Mjah, een vlooienspel.
Ja dat kostte niks.
Nee dat kostte niks, dat was zo'n potje met van die flikken erin.