Theo Nijland - Een Lichtgewicht lyrics
rate meDe dichter dicht groen groen groen gras / Groen plat vlak /
Groen platvak / Groen gras / Grasgroen / Plat grasgroen grasvlak /
Strakke strakke strakke plaggen / Strakke grasgroene plaggen /
Grote groene stukken gras strekken zich grasgroen uit... /
Grote stukken grasgroen... gras... grote
Stil... komt ze binnen en 'of het wil lukken'
En 'of ie nog koffie wil'
Waarom kom je nou binnen
Net nu ik er in zit... ben ik er weer uit
Kan 'k weer overnieuw beginnen
Zij denkt aan het groene gras
Waarin ze ooit met deze man
Van wie ze eens de muze was
Geneukt heeft tot zonsondergang
Ze kijkt 'm aan... een lichtgewicht
En zacht doet ze de deur
Achter zich dicht
De dichter dicht strakblauw / Blauw / 't Benauwde blauw /
Vlak onder mijn benauwde blauwe / Vlak onder het benauwde blauwe /
Haar hete adem in mijn / Hete adem in mijn natte/
Hete adem in mijn nek onder het blauw / Met die witte wollen wattenbollen
/ Witte wollen wattenbollen plukken
Stil... komt ze binnen en 'of het wil lukken'
En 'of 'ie nog koffie wil'
Kan 'ie weer opnieuw beginnen
En zij denkt aan dat strakke blauw
Waaronder ze tegen de man
'Mijn dichter' zei, 'Ik hou van jou'
En hij 'Ik ook van jou' en dan
De hele middag, avond en de nacht
Ze kijkt 'm aan... een lichtgewicht
En zacht doet ze de deur
Achter zich dicht
De dichter dicht een lange nacht vol sterrenpracht
Gedachten aan / Geluiden van de nacht / Als onverwacht de nacht verstomt /
Als dag vermomde nacht smachtende nacht /
Gekromde dag die droomt dat hij de nacht
in duigen lacht
Zij denkt aan die lange nacht
Waarop ze zo fantastisch klaarkwam
Tot zo'n hoogtepunt gebracht werd
Dat zij dacht: dit is een kunstenaar
En er ontsnapte aan haar lippen
Een golf van knisperende zinnen
Vol allemaal de juiste woorden
Ze schoot ze hem gewoon te binnen
Krijg nou het heen en weer, dacht hij
Het vloeit me zomaar uit de pen
In een keer zomaar twaalf sonnetten
Ik geloof dat ik een dichter ben
En zij, zijn inspiratiebron, werd
Toen het werk was uitgegeven
Opeens een bron van irritatie
Ik heb die bundel toch geschreven
"Ga naar de keuken, koffiezetten
Wat sta je me nou aan te kijken
Omdat we hebben liggen neuken
Een beetje met de eer gaan strijken?"
En zo fnuikte het succes de liefde
Een keer nog kwam ze bijna klaar
Ze fluisterde nog wel wat maar
Hij luisterde er niet meer naar
Ze kijkt 'm aan... een rijmelaar
Opeens heeft ze er schoon genoeg van
Wat doe ik hier... ik ben een muze
Een beetje koffiezetten voor die man
"Zeg Jan!! Ik ga!! Bekijk het maar
Een muze die zich heeft vergist
Nou ja! Dat kan... ik dacht dat ik het zeker wist
Dat jij een kunstenaar was maar
Al ga je door een heel diep dal
Je bent het niet, je wordt het niet
Denk niet dat je het worden zal
Er wordt al zoveel naars gemaakt
Iedere scheet wordt ingelijst en
Hangt een nieuw concept te wezen
Op elke buhne staat er wel een kleurloos type
Voor drie man en een paardenkop
Uit eigen werk voor te lezen
Ik word er toch zo treurig van
't Is allemaal zo schamel, Jan
Hou d'r toch eens mee op
Want wat is er vernieuwend aan
Dat eindeloos gevarieer
Op wat al honderd keren eerder is gedaan"
En vanuit haar tenen roept ze:
"Jan, Je bent een lichtgewicht!!!"
En zacht smijt ze de deur
Achter de dichter dicht
En ze gaat terug naar het hoge gras
Waarin ze ooit voor hem bezweek
Daar waar ze zijn orgasme
Met een kunstuiting verwarde
De kunst die een vergissing bleek
En ze stijgt op om weg te zweven
Weg uit de gebakken lucht
Die om de mensen hangt
Op weg naar waar ze zo naar terug verlangt
De bron, de oorsprong van het leven
Zo verdwijnt ze uit het zicht
En met een klap
smijt ze een wolk
Achter zich dicht
Hehe die is weg, denkt Jan
En haalt zijn schouders op
Een lichtgewicht
Dat mens is gek
Waar was 'k gebleven
De dichter dicht