Raymond Van Het Groenewoud - dit slag volk lyrics
rate meeerst....
heb je de oude man
een pimpelpaarse neus
versleten en poreus
die niets onthouden kan
hij die zich zo bezat
en zo gezopen heeft
dat ie zichzelf vergat
en als een ander leeft
hij, mijnheer
hij is compleet geschift, mijnheer
hij denkt koning te zijn
maar zuipt iedere avond weer dezelfde slechte wijn, mijnheer
en 's ochtends... vindt men hem
paars-kaars-wit
stijf als een marmeren zerk
terwijl hij ronkend bidt
daarna, scheel van de drank
hikt hij de Here dank
begrijp me wel, mijnheer
dat met dit slag volk, mijnheer
denkt men niet, mijnheer
men denkt niet
men bidt.
en dan.... de andere man
hij is geen kam gewend
heeft klitten in zijn haar
maakt graag een ruim gebaar dat voos is als de hemden
vol mottegaten die hij aan de armen schenkt
hij trouwde Liselotte
een meisje uit de stad
nu ja, een andere stad
en men weet niet waar, mijnheer
men weet niet waar
zij.... zij heeft zaakjes daar
die doet ze, klein, koket
het hoedje scheef gezet
in haar Opel Kadett
ze doet zich graag duur voor mijnheer
maar als je geen centen hebt
koop dan geen portemonnee, mijnheer
begrijp me wel, mijnheer
dat bij dit slag volk
leeft men niet, mijnheer
men leeft niet
men speelt vals
en dan.... en dan... dan heb je de rest
de moeder die niets zegt
althans niets van belang
en dan, ontstellend echt
de puriteinse smoel van vader op 't behang
z'n snor, omlijst en koel
hij ziet op 't gehoor z'n soep
ze slurpen van de troep
en dat gaat dan van xx xxxx
dat gaat dan van xx xxxx
en dan.... de heel oude vrouw
ze beeft meer dan ze leeft
men wacht tot ze 't begeeft
omdat ze centen heeft
men luistert niet zo nauw naar wat haar hand vertelt
begrijp me wel, mijnheer dat bij dit slag volk
praat men niet, mijnheer
men praat niet
men telt.
en dan.... en dan...
en dan, dan is er Els
ze is zo mooi, mijnheer
ze houdt van mij mijnheer!
dat is, ik hou van haar
zelfs zo dat wij voor elkaar
een huis hebben gebouwd, mijnheer
waar 't fijn is dat je leeft
en valt het nog te bezien
dan is het toch misschien
maar ja,... de anderen....
ze willen niet, mijnheer
de anderen willen niet
ze zeggen:
zij, zij is veel te mooi voor jou, veel te mooi,
jij, jij eet vlees van katten die je doodslaat
kattevlees
dat zeggen ze
dat zeggen ze, maar ik!
ik doodde nooit een kat
toch niet sinds ik haar ken
of 't was al zo lang terug
dat ik 't allang vergat
of 't was een zieke kat, mijnheer
of 't was een zieke kat
maar ja... ze willen niet, mijnheer
ze willen niet
soms, als ze mij weer ziet
per ongeluk, expres
vertelt ze weg te gaan
met mij, hier ver vandaan
en dan één ogenblik!
geloof ik haar, mijnheer!
één ogenblik... geloof ik haar
één ogenblik maar mijnheer
want .... met dit slag volk
gaat men niet weg
men gaat niet weg, mijnheer
men gaat niet weg
maar 't is al laat, mijnheer
ik moet nu terug
naar huis.