Louis Davids

Louis Davids - De bokswedstrijd lyrics

rate me

<b>De bokswedstrijd</b> by <i>Louis Davids</i><br />Je vader het me zondagavond meegenomen

D'r was een bokswedstrijd in het Concertgebouw

D'r was een neger voor uit Afrika gekomen

't Was een gedrang, in het portaal lag ik al flauw

Ik heb tot nou an toe nog niet kunnen beseffen

Waarom d'r zoveel duizend mensen kijken gaan

De mensen vinden het gewoonweg een traktatie

Te zien, hoe ze mekander ongelukkig slaan

Je dooie vader het twee knaken motten schokken

Voordat ie in 't Concertgebouw naar binnen mocht

Hij zei: Ik moet ze van dichtbij mekaar zien knokken

En het een plaasie bij het podium gezocht

Toen nog een heitje neergelegd voor het programma

Dan kan je altijd zien hoe of de bokser hiet

Je moet het intressieke van het spul toch weten

Want anders - seit ie - amuseer je je d'r niet

D'r waren vier gewone touwetjes gespannen

In 't vierkant en dat noemen die lui daar een ring

Aan ied're kant een emmer water met een handdoek

Dat was voor as d'r eentje van zijn stokkie ging

Ineens twee hele naakte gosers op 't schavotje

Ik schrok me mottig, meid, en zei tot pa: Verrek

Had jij me dat niet van te voren kunnen zeggen?

Ik zat te beven met een kleur tot in mijn nek

Ze kregen handschoenen van leer an derlui jatten

'k Zei teuge vader: Jan, ze slaan mekander beurs

Nee, zeit ie, ouwe, die twee zijn niet veel bijzonders

Die slaan niet hard, moeder, dat sijne amateurs

Ze stonden effe bij elkaar in de pesitie

De scheidsrechter die floot, ik zweer je, in een wip

Gaf me die ene an die andere een doffer

Hij miste dadelijk een stukkie onderlip

De kerel werd voor lijk 't schavotje afgedragen

He vader zei: Hij gaf 'm daar een reuzenswing

Hij zat te klappen, toen die stumper op de grond lag

En riep: Bravo. Hoe vin je zo'n ellendeling?

Toen kwamen de beroepsboksers tussen de touwtjes

Je vader zei: Ze waren middenzwaargewicht

Geregeld olifanten, meid, geregeld stieren

Ik kreeg de beverd, meid, ik hield mijn ogen dicht

Larie, die gosers gingen samen aan het rauzen

Bij iedere slag dacht ik: D'r gaat er een om zeep

Die ene kreeg een hengst precies tussen zijn ogen

Je zag geen ogen meer - je zag alleen een streep

Die neger was zijn kaak uit het model geslagen

Die stond te duizelen: 'k zeg: Vader is 't nou uit

Nee, seit ie, vrouw - die ene moet hem blijven knokken

Totdat die heer in 't midden op zijn fluitje fluit

Als ze melkander vastpakten, dat heette klinse

Werde ze dadelijk weer van mekaar gehaald

Ze mosten al die tijd mekaar maar blijven beuken

Voor vasthouwen hebben de mensen niet betaald

De blanke kreeg ineens een raker op zijn tanden

Zijn half gebit lag bij je vader op zijn schoot

En vlak daarop een vrijzetter net in de maagstreek

Toen zei ik: Nou is het gebeurd, nou leit ie dood

Na ied're drie minuten gingen z'effen zitten

Dan lagen ze voor een mirakel op een stoel

Twee kerels stonden dan te zwaaien met een handdoek

Je vader zei: Wat krijgt die neger op zijn smoel

Die zwarte stond maar met zijn vuisten rond te malen

Hij kon niks zien, zei Pa, zijn ogen zaten dicht

Toen gaf ie effen gauw die and're nog een dofslag

D'r kwam een klein fonteintje bloed uit zijn gezicht

In ene sloeg de Amsterdammer achterover

Ze gingen hardop tellen: een, twee, drie, vier, vijf

Bij zes stond die waarachtig weer op zijn poten

En gaf die neger 'n urret op zijn onderlijf

Ik zeg: Ik ga d'r uit, ik kan niet langer aanzien

Dat zo een mens hier tot hachee geslagen wordt

Toen zei je vader: Weet je veel, dat is het fijne

Daar hei jij geen verstand van mens, dat is de sport

De neger het toch de merakelslag gekregen

Je vader sprong toen op zijn stoel en riep: Nok out

Toen ben ik half dood de deuren uitgevlogen

Ik docht dat ik stikte, meid, ik had het zo benauwd

En thuis vroeg ik je vader wie toch die meheer was

Die in het midden stond; toen zei die: Dat is kras

Je bent toch in 't Concertgebouw geweest, niet ouwe?

Wist je niet dat het Willem Mengelberg was?

En midden in de nacht, gaat vader aan het schreeuwen

Word nou es wakker moeder, sta es effen op

Dan zal 'k je wijzen, hoe j'een linkse hoek mot geven

Toen sloeg ik 'm met de pook een kuiltje in zijn kop

'k Zeg: Ouwe suikerbakker, mot je mijn daar brengen?

Ik heb van jullui sport dan geen verstand misschien

Maar ik ga liever fijn een avondje naar Flora

Ga jij maar boksen vent, maar mijn niet meer gezien

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found