Jos Smos - den duvel in me lijf lyrics
rate me<b>den duvel in me lijf</b> by <i>Jos Smos</i><br />en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf
sinds dakkik voor een begrafenis
toevallig in een karek hem gezeten
waar ik besprongen zen door Lucifer
zen’k nu sindsdien voorgoe door hem bezeten
hij had z’n eigen heel consjuus
daar in die kerkstoel verstopt tussen de biezen
waardat den deze oep ging zitten
en den deze dien had nikske in de smiezen
en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf
hetgeen nu volgt is wel heel technisch-biologisch
en wa moeilijk uit te leggen
waaroem ne scheet nen tegendruk veroorzaakt
als een rectaal vacuum zo te zeggen
den deze voelde amper iet,
den deze die sloeg heelmaal gin alarm
toen da Satan in zijn lichaam kwam
en heel concreet langs zijnen endeldarm
en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf
maar toen die paster stond te lullen
toen begon’k oepeens te boeren en te braken
dan sprong ik recht, ’k riep godverdoemme gast,
wat heeft dees met dien dooje nog te maken
in den offerblok geschoten,
en oep het hoogaltaar ne fermen drol gescheten
’k herinner er mij gin fluit van
maar dat is toch wadda mij wordt verweten
en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf
na de mis zou die pastoor hemme gezei
"zeg zeun, ik wil me a is klappen"
en ik zou hemme g’antwoord "kust m’n klote",
maar da zuld’ al wel snappen
"en da’k van alles hem gedaan da’k ni meer weet
heb ’k ondertussen al gesnopen,
’t komt door die rotzak van ne Satan,
dien is langs mijn reet mijn lichaam in gekropen"
en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf
die zwartrok zei "trekt’oe ni aan"
en hij kneep mij in de kaken van m’n billen
"dat den duvel liefst in kerken zit
daar zou’k na echtig ni zo zwaar aan tillen"
hij stak z’n tong uit en ik zag em
nog heupwiegend in de sakristie verdwijnen
nada’k heel efkes onder zijn gewaad
nen bokkepoot en ne steert had zien verschijnen
en ik heb den duvel in me lijf
m’n derde been staat altijd stijf
en zegt na ni da’k overdrijf
of ’k laat het zien on ieder wijf