Jos Smos - de verschijning van Maria lyrics
rate me<b>de verschijning van Maria</b> by <i>Jos Smos</i><br />oep vakanse in de Walen, me m’n tentje in de wei
is Maria ne keer of drij voor mij verschenen
nee ik was ni zat, en ’k slaag geen blaas in oewe nek
en vraagt m’ook ni waaroem ze nadien is verdwenen
maar da schijnt dan ook weer typisch voor verschijningen
te zijn, d’r is nen tijd van komen en van gaan
Maria is een vrouw, en misschien wa wispelturig
en z’hee het wer oep heur manier gedaan
of g’het na gelooft of ni, maar’k mag iet krijgen a’t ni waar is
ik had die nacht tevoor dus heelmaal ni gezopen
toch wier ik wakker van de grote pis, den dag hoeng in de lucht,
tiretje open en m’n tentje uit gekropen
en ineens zag ik ze staan, of beter: ’k zag ze zweven
een tiental meter voor mij in den ochtendmist
lange kleren, blauwe frak en ne sjal oep heure kop,
’t was Maria, ’k heb me zeker ni vergist
oem alle twijfels weg te nemen zei ze "Joski, goeiemorgen,
tijd voor een eerste wees-gegroetje"
en ik zei "wees gegroet Maria" maar da’s al wa’k er van kon
en zij lachte me een heel ondeugend snoetje
en toen ’k heel verbabbereerd in m’n ogen had gewreven
was ons Maria ineens weer schampavie
ik docht ofwel was dees nen droom ofwel een stoemme mop
maar dan vraag’k mij eigelak toch wel af van wie
maar wa later oep den dag zat ik te vloeken voor m’n tent
want m’n campingvuurke da wou wer ni branden
’t had natuurlijk weer geregend en m’n stekskes waren nat
en ik had da pakske soep al in m’n handen
ineens Maria achter mij: "hedde gij problemen jongen?"
mij oemgedraaid en daar zag’k ze weer staan
een beetje lager oep de grond, een bitje minder transparant
en ze reikte mij een allumeurke aan
ik zei "wees bedankt, Maria, maar wa wilde gij van mij,
gij wilt hier toch gin kapelleke gaan bouwen
trouwens dees wei die is privé, en die grond is ni van mij
maar van een of anderen boer, nen hele ouwe"
ze zei "Jos, luistert is hiere, den tijd van bidden is voorbij
en de massa gelooft ni meer in wonderen
gij mut gij mor alleen maar wa verkondigen voor mij,
maar toen hoorde’k helemaal in Keulen donderen
ik zei "oem mij in ’t openbaar belachelijk te maken
zen’k te weinig pilarenbijter voor
maar zegt toch maar wa gij te zeggen hebt, ik zen een en al oor
en misschien kan het er eigelijk toch wel door"
ze zei "wa kikke hem te zeggen heb ’k zo dikwijls al verteld
z’hebben geluisterd, maar d’r nikske aan gedaan
ofwel wiere ze nonnen en ze zwegen als een graf
en mijn boodschap wordt verstopt in’t vaticaan"
ze zei iet in m’n oor, en mijn oren gingen tuiten
het was zekers niks voor radio of teevee
maar de boodschap wordt verkondigt, d’r kannik ni te buiten
oep e lieke oep dezelfde cd
en nog diezelfsten avond in de dorpsstamenee
heb ik Maria voor den derde keer gezien
ze zat wa verder aan den toog, betaalde, pinkte en ging door,
maar zeker zennek ni na nen trappist of tien