Jasperina De Jong

Jasperina De Jong - Hollandse plantersvrouw in Suriname a.d. 1860 lyrics

rate me

<b>Hollandse plantersvrouw in Suriname a.d. 1860</b> by <i>Jasperina De Jong</i><br />Mijn Amsterdamse nicht Hermien

(Hoe gaarne zou 'k haar weer eens zien)

Schreef kortelings mij in een brief: 'Mijn lieve Henriette

Je bent, na acht jaar in de West

Nu, naar ik hoop, ten langen leste

Gewend geraakt aan 't leven daar, en aan de tropenhitte'

' 't Gaat mij uitstekend', heb ik haar

Geantwoord, maar het is niet waar

't Bestaan is mij een hel gelijk, in 't land van Suriname

En meestal na mijn middagdut

Voel 'k mij nog eens zo uitgeput

Verlamd door 't schelle licht, al zijn de blinden voor de ramen

't Is veel gevraagd dat men in 't verre Holland vatten zou

Hoe vrees'lijk hier het lot is ener blanke plantersvrouw

En meer dan eens behoef ik steun, en troost in mijn verdriet

En zet mij aan 't harmonium, en zing een geest'lijk lied:

O Gij, die door der eeuwen nacht

Het voorgeslacht steeds zegen bracht

Blijf ons genadig met Uw macht

Behoed, o God, ons nageslacht

Van alle euv'len die mij hier

Tot razernij vaak brengen schier

Geeft wel de grootste ergernis het boevenpak der slaven

God schiep hen voor het zware werk

En maakte hunne lijven sterk

Waarom is dan zo lui dat volk, en kruipt als het moet draven?

Des avonds in de slavenloods

Mogen zij lummelen desnoods

Als zij mij met hun traagheid 's daags den zin maar niet vergallen

Zodat ik 't niet meer aanzien kan

En, schoon het werk is voor een man

Over hun ebbenhouten bast de zweep maar weer laat knallen

Soms raak ik hen geducht, en geef hun zulk een striemend loon

Dat Ferdinand aan 't scheien gaat, mijn lieve kleine zoon

Het kind is zeer gevoelig, en dat baart mij dikwijls zorg

Dan ga 'k naar mijn harmonium, en zing tot God, mijn borg:

O Gij, die door der eeuwen nacht

Het voorgeslacht steeds zegen bracht

Blijf ons genadig met Uw macht

Behoed, o God, ons nageslacht

Vandaag nam ik mijn trouwe zweep

Nog eens zo stevig in mijn greep

En legde in het gladde koord nog speciaal wat knopen

Om te trakteren 't zwarte vel

Van onze slaaf Ezechiel

Juist opgespoord in 't bos, waarhenen hij was weggelopen

Hij kermde, bloedend als een hoen:

"Ach missus, 'k zal het nooit meer doen!"

Maar 'k liet mij niet vermurwen door het schurftige dierage

Waarna 'k de opzichter beval

Hem af te maken bij de stal

Ten voorbeeld van de rest van 't zwarte vee op de plantage

't Komt allemaal doordat, o schande zonder wederga

De slavernij is opgeheven in Amerika

Dat brengt ook hier oproerigheid, en maakt mij gans van streek

Zodat ik aan 't harmonium de Heer der Heren smeek:

O Gij, die door der eeuwen nacht

Het voorgeslacht steeds zegen bracht

Blijf ons genadig met Uw macht

Behoed, o God, ons nageslacht

Hier moge 't onrecht nooit geschien

Dat w'ooit die zwarte beesten zien

Als ons gelijken, die wij van het slavenjuk bevrijden

Er staat geschreven in Gods wet

Reeds eeuwen her op schrift gezet:

'De zonen Charms zijn knechten, en die mogen wij kastijden!'

Toch, aan 't begin van 't nat seizoen

Had 'k op een nacht een visioen

Waarin ik zilv'ren vogelen de zee zag oversteken

En 't nakroost van het slavenvolk

Kwam als een grote zwarte wolk

Heel onheilspellend over Hollands hoofdstad neergestreken!

Ik zag de velen saamgepakt in een woestijn van steen

En troeb'len in de binnenstad, en bloedig handgemeen

Al was het slechts een droom, de slaap hervinden deed ik niet

En 'k ging naar mijn harmonium, en zong mijn liev'lingslied:

O Gij, die door der eeuwen nacht

Het voorgeslacht steeds zegen bracht

Blijf ons genadig met Uw macht

Behoed, o God, ons nageslacht

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found