Jan De Wilde - Jan De Wildes 1723ste droom lyrics
rate me<b>Jan De Wildes 1723ste droom</b> by <i>Jan De Wilde</i><br />Hoewel ik overdag geen bal uitricht
doe ‘k ’s avonds, moegewerkt, de luikjes dicht,
doof het haardvuur, trap twee spinnen
regelrecht de hemel in,
streel de poes en zoen m’n vrouw
omdat ik van ze hou, miauw.
Dan na de laatste weesgegroet,
doe ‘k wat je met een vrouw in bed doet:
slapen.
We worden ruw gewekt door die lamme telefoon,
zo vroeg in de ochtend, wat is dat voor een clown.
Ik zeg: “hallo, wat zal het zijn?”
’t Is warempel koning Boudewijn!
“Zeg Jan, wanneer kom je nog eens zingen?
We zitten hier allemaal om te springen.
En watdachtjevan een fuif om ’t af te ronden?”
‘k Zeg: “Sorry Bo, verkeerd verbonden”
en hang op.
Ik ga terug om nog een beetje te pitten,
zie ‘k daar een vreemde snoeshaan op de vensterbank zitten.
Hij stelt zich voor als Karel, Eduard Provost,
redactie van De Nieuwe Pulderbossche Post.
Ik wil ‘m woedend zeggen dat dit huisvredebreuk is
maar denk nog net op tijd dat ’n slechte pers niet leuk is.
En met m’n breedste glimlach wijs ik naar ’t bed:
“Kom legt u zich erbij, ’t is nog zo gezellig met
z’n drie.
De kerel is weg, ik ben nauwelijks aan de slag
-ik heb intussen nog niet eens aaneten gedacht-
of daar is weer die zeur van een belastingscontroleur.
De post staat met een fan-mail voor de deur
en als het stilaan tijd wordt om weg te gaan
zie ik ’n massa meisjes in m’n rozentuin staan.
Toch raak ik stiekem buiten, ik ben nog niet zo stom.
Geen kat heeft me herkend, ik heb me vermomd
in Miek en Roel.
Weer sta ik op de planken, weer zijn z’ er allemaal,
de ministers van cultuur, de bisschoppen, de kardinaal.
Studenten en werklui, de B. O. B. die alles ziet;
en ik sta hier ongeschoren, maar dat hindert blijkbaar niet.
Ik schiet uit m’n sloffen, er sneuvelt een snaar.
Aan ’t eind heb ik er welgeteld nog één op mijn gitaar.
Maar elk heeft goed begrepen wat ik nou el bedoel
en ik ga t’rug naar waar ik me het prettigst voel,
naar bed.
Tekst en muziek: Jan De Wilde