Walter De Buck

Walter De Buck - klaaglied van de leie lyrics

rate me

Het zijn slechte tijden veur het waterland.Zijt ge geboren in de Leie of aan de waterkant

‘t zij veugel, ‘t zij bloeme, ne pui, ne vis

hoort z’ allemaal klagen van ‘t water dat bedorven is.

Ik ben maar een goele en ‘k zinge kwek, kwek

‘t water van de Leie is nen vuilen drek.

Ik zinge hier triestig, ik zinge kwek, kwek,

‘k heb liever zuiver water dan stront in mijne bek.

De Leie was vroeger door vissers bekend

van Frankrijk tot Kortrijk, van Deinze tot Gent.

Nu moede nie vissen, de vis is nu dood

en ‘t water dat stinkt en is zo zwart als lood.

Ik ben maar ne vis, veur de mensen stom.

‘k Zwomme liever in de Leie dan in nen aquarium.

Ge zult mij niet horen, ik zonge bloep, bloep,

want ik ben verstikt in nen vuilen troep.

De waterlelie, schone nenuphar

bezongen door dichters of wandelaars.

Het is toch mijn schuld niet dat mijn blomme verzinkt,

sinds het water van de Leie zo verschrikkelijk stinkt.

Ach ik ben maar een blomme, maar ik zonge kijk, kijk.

Mijn blomme drijft op ‘t water, wortels diep in ‘t slijk.

Nu is mijn lied bitter, en ik klage o wee,

mijn blomme dreef al rottend mee uw vuiligheid mee.

Waar vroeger de puien zongen tussen het riet,

zijn er betonnen dijken zo ver dat ge ziet.

De dijken waren kleurig met bloemen in ‘t ges,

en de puien die kwaakten dat het een vreugde is.

Ach, ‘t was maar ne pui en die zong kwak, kwak.

Hij zong soms wel luid maar op zijn gemak.

Nu is alles grijs, het waterland stil.

Het leven in de Leie is doods en kil.

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found