Walter De Buck - de volkszanger lyrics
rate meLuistert vrienden pas maar op
Alles staat op zijn kop
Als ge van tijd een liedje durft te zingen
Ook de merel weet dat wel
De mens heeft truken in zijn vel
Daarmee zit hij van hak op tak te springen.
Koning, meester rechter, baas
Gebaar maar van krommen aas
Een remedie tegen het lied
Vindt ge op deze eerde niet.
Als ge zingt al op de markt
Wel geen volk is er te kort
Iedereeen staat te luisteren of te kijken
Zingt ge over wat dat geschiedt
Mee ne werkmens g'hebt subiet
Ambras mee pasters, flieken of mee rijken.
Als ge gewone liedjes zingt
En ze niet luid genoeg brengt
Doen ze alsof ze niet en horen
Zingt ge heel u keel kapot
Over waarheid en gebod
Gebt weer ambras want tons stoort'de geburen.
Als 't volk mijn liedjes geren hoort
Van hier tot aan de Brugse poort
Tons hebt ge al d'artiesten op mijnen nek
Kunst es niet veur de werkmens
Want die heeft veel te weinig cens
En 't volk moet weer aan 't kortste eindeke trekken.
't Volk zong over honderd jaar
Van koevoet en van 't zwart gevaar
Over misere, koude en geen eten
De politie wist tons nog niet
Dat ge als ge een lied verbiedt
Het blijft bestaan, dat han ze moeten weten.
Als ge de politiekers hoort
De waarheid zwijgen als vermoord
Want straks moeten wij weer veur ulder kiezen
Maar pasters, meesters, rijk gespuis
Straks komt er weer grote kuis
En maakt nu maar al rap ulder valiezen.
(c) Tekst & Muziek: Walter De Buck