Vader Abraham - De Beste Jaren Van Mijn Leven lyrics
rate meIk voel nog aan de ene kant die sterke grote vaderhand
Ik voel nog aan de andere kant die lieve zachte moederhand
Ik was nog klein daar tussenin, het was zo'n veilig goed begin
Een wereld vol geborgenheid, een wereld vol van tederheid
Ik voel nog steeds die vaderhand, en aan de andere kant
Die zachte moederhand
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
Die kleine kamer waar ik sliep, die zachte stem als moeder riep
Herinneringen zijn vervaagd, het leven heeft me opgejaagd
Een houten step op een verjaardagsfeest, toch is er nog veel meer geweest
Dan 'n pleister op m'n zere been, en kijk hij loopt voor 't eerst alleen
Ik voel nog steeds die vaderhand, en aan de andere kant
Die zachte moederhand
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
Ik ben nu zelf die ene kant en voel daarin zo'n kleine hand
En veilig aan de andere kant mijn vrouw met haar zachte hand
De kringloop van het voortbestaan, hij zal straks alleen verder gaan
En onthouden als hij groot zal zijn wat ik hem heb geleerd, heel klein
Ik voel nog steeds die vaderhand, en aan de andere kant
Die zachte moederhand
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Ik voel nog steeds die vaderhand, en aan de andere kant
Die zachte moederhand
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer
Ik voel nog steeds die vaderhand, en aan de andere kant
Die zachte moederhand
De beste jaren van mijn leven zijn de jaren van weleer
Al wordt mij honderd jaar gegeven, nee mijn jeugd keert nimmer weer