Miel Cools - Liedje van Jan lyrics
rate me<b>Liedje van Jan</b> by <i>Miel Cools</i><br />Geen ring om zijn poot, geen ring in zijn neus
liep Jan zijn jeugd te genieten.
Hij was nooit neerslachtig, hij was nooit nerveus.
Geen God, geen geld en geen grieten.
Zijn hart hing rustig en waterpas,
hij wist niet dat er een erfzonde was
tot hij het plots merkte in die andere wei.
Die rundjes waren niet helemaal als hij.
Hij werd zo onrustig, hij werd zo nerveus
zonder ring om zijn poot, zonder ring in zijn neus.
Sindsdien stond hij dagenlang stom en stil
het te kauwen en te herkauwen.
Stond over gelijkheid en toch verschil
allerlei theorieën te brouwen.
Omdat hij stierke was en geen os
liet de onrust hem geen uur meer los.
Tot hij door de haag sprong in die andere wei.
Hij wist wat hij wou en het maakte hem blij.
Maar de boer vloekte: “Jan, je bent té ambitieus
zonder ring om je poot, zonder ring in je neus.
Als straf voor zijn vroege zondeval
stond Jan daarna ganse dagen
bij het erf aan een paal of in een stal
boos te morren en te klagen.
Hij voelde zich eenzaam, bekaaid en verkocht
omdat wat hij wou opeens niet mocht.
Hij rukte aan zijn ketting, hij brulde luid,
hij wou naar de koetjes, hij wou er uit.
Maar toen stak opeens een man als een reus
hem een ring op zijn poot, hem een ring in zijn neus.
En opeens veranderde het allemaal.
Het is nauwelijks te geloven.
Met die ring werden aanzien en moraal
om Jan’s rechterpoot geschoven.
Er kwam veel bezoek op de boerderij.
Men riep dan om Jan en hij mocht er bij.
Men bracht hem aan huis wat hij zo had gezocht.
Met die ring mocht opeens wat voordien niet mocht.
Maar hij vond het niet prettig, ’t ging veel te serieus
met die ring om zijn poot, met die ring in zijn neus.
Nu is Jan een logge bejaarde stier
die zwartgallig staat te grazen.
Een eigengereid en eenzelvig dier;
een gevaar voor al zijn bazen.
Soms gooit hij beurtelings kluiten omhoog
en staat dan weer stil met een traan in zijn oog.
Dan denkt hij ontroerd aan zijn lentewei.
Want hij wordt al wat oud, en ’t gaat al voorbij.
Men zegt: “Jan is boos,” maar de braafste wordt geus
met die ring om zijn poot, met die ring in zijn neus.
Muziek: Miel Cools
Tekst: Bert Broes