Miel Cools

Miel Cools - Dodenmaal lyrics

rate me

<b>Dodenmaal</b> by <i>Miel Cools</i><br />De dood gaf die avond een groot banket

ter ere van drie die hem minden.

Hij had hen in een kring om de tafel gezet:

een dove - een stomme - een blinde.

Ze dronken champagne en hadden veel pret

en de dood was in smoking verblindend.

Hij had nog eens extra z'n zeisen gewet.

Zijn feest was in één woord: Opwindend!

En na het diner

sprak de dood hen toe.

Hij zei: Ik wordt oud

en ik voel me gauw moe.

Drie ineens

is voor mij teveel.

Gedoog dat ik

mijn taak verdeel…

De dove die niks van 't gesprek had gehoord

maar de dood met zijn zeisen zag zwaaien,

begreep hoe de dood nu een voorstel deed

om hen van de wereld te maaien.

En hoewel de dove,zijn handicap moe

vol vuur om de dood had gebeden

werd hij overvallen door 't moedige idee

dat hij lang niet genoeg had geleden…

De dove stond op

en sprak tot de dood:

Ik heb me vergist

'k was een mens in nood.

Mij werd jeugd

en het licht gegeven,

mijn ogen willen verder leven…

De blinde, van angst op zijn stoel versteven

wist hoe de dood naar hem loerde.

En hoewel zijn ziel naar de dood had verlangd

was er iets dat plots in hem roerde.

Zolang hij de dood niet had kunnen zien

leek die hem het eind van zijn kwalen.

Maar nu de dood ook zijn grafstem liet horen

was angst in zijn hoofd komen dwalen.

De blinde stond recht

en sprak tot de dood:

'k heb me vergist

als een mens in nood.

Mij werd jeugd

en muziek gegeven; mijn oren willen verder leven.

Wie het diepst was geschrokken van de drie

was de stomme die zien kon en horen.

Hij had ieder woord van de dood gehoord

en zag ook zijn blik in hem boren.

En de stomme die ook naar de dood had verlangd

hoewel niet zo fel als de and' ren -

bedacht wat hij, daar hij niet spreken kon

zou doen om zijn lot te verand' ren…

De stomme sprong recht

en schudde van nee

en wees naar zichzelf

en naar d' and' re twee;

hij was jong

en hij wou verder leven.

Maar een stomme kan slechts beven.

Toen is de dood uit zijn stoel gerezen

en keek hen om beurten aan.

Hij zei dat ook geen van hen iets moest vrezen

en dat ze naar huis konden gaan.

En de dood met zijn zeis is de nacht ingegleden

zonder smoking en stil langs een deur.

Hij had het niet eens op die drie begrepen

De dood maait naar WILLEKEUR.

Muziek: Miel Cools

Tekst: Marie-France Daenen

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found