Miel Cools

Miel Cools - De Steenkapper lyrics

rate me

<b>De Steenkapper</b> by <i>Miel Cools</i><br />Als ik van ’t stille kerkhof kom

en kap mijn R.I.P. en kap mijn D.O.M.

in grauwe kouwe stenen.

Zoals ik kap sinds jaar en dag,

gebeurt het dat ik zing en lach

om niet te moeten wenen.

Mijn baas ziet ’t kerkhof als een tuin

van marmerbladen en arduin

waarvan een mens moet leven.

Hij troost met diepe stem zijn klant

en telt straks op een oude krant

wat netto is gebleven.

Ik kon het nooit zo simpel zien,

ik weet, ik ben wat week misschien,

het werk en ’t woelt hier binnen.

Mijn schedel pijnt onder mijn pet,

‘k zuig aan een dode sigaret

van pijnzen en bezinnen.

Maar als ik dan van binnen ween,

dan niet om R.I.P. en D.O.M. en steen,

leven is toch meer sterven.

Iets anders is met elke slag,

met elke letter, dag aan dag,

dieper in mij aan ’t kerven.

Met elke R.I.P. en elke D.O.M.

dringt diep in mij de vraag: “Waarom

zoveel omhaal in marmer?”

Geen vrees liet mij nog nooit gerust;

teveel arduin, te kort gekust.

het woord dat leeft is warmer.

Zo zit ik hier en kap en kap,

somtijds wat trager, dan weer rap

als ’t bruin wordt in de dreven.

Een simpel bloed, naar men beweert

die letters kappend, doden eert,

maar vooral hen die bleven.

Muziek: Miel Cools

Tekst: Bert Broes

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found