Liselore Gerritsen - Jacobus Theodorus lyrics
rate me<b>Jacobus Theodorus</b> by <i>Liselore Gerritsen</i><br />Hij leeft maar tien dagen omdat hij stikt in zijn kussen
Jacobus Theodorus was niet gewenst
Zodra Martha merkt dat ze zwanger van hem is probeert ze alles om er vanaf
te komen
Wanneer haar man op het land werkt en de kinderen buiten of op school zijn
laat ze zich regelmatig van de trap vallen. Dagelijks fietst ze over
hobbelige wegen. Er gebeurt niet veel meer dan dat ze een voet verstuikt
en onder de blauwe plekken komt te zitten
Haar man doet alsof hij niets merkt. Ze weet dat hij weet waar ze mee
bezig is
Ze spreken er niet over
Als hij 's ochtends het land op gaat, zegt hij 'tot vanmiddag' zonder haar
aan te kijken
Na vier maanden geeft ze het op. Haar buik groeit. Met weerzin voelt ze
het leven. Als de kinderen vragen wat er is, valt ze uit
In de achtste maand sterft grootvader
Een mond minder, maar het maakt niet veel uit, want hij at toch al haast
niks meer
Jacobus Theodorus wordt geboren in april
Hij ligt in de houten wieg naast haar bed
Hij huilt veel. Ze legt hem iedere keer weer aan haar borst om van het
geschreeuw af te zijn. Verder bekijkt ze hem nauwelijks
De tiende dag na de bevalling is ze bezig in de keuken. Na een paar uur
valt het haar op dat hij niet meer schreeuwt. Ze loopt naar boven en ziet
het kind op zijn buik liggen. Z'n hoofd in het kussen. Ze weet het meteen
Haar man komt van het land. "Hij is gestikt in zijn kussen", zegt ze
De man kijkt haar niet aan. Dan, ineens heft hij zijn hoofd op. Zijn blik
treft haar als een bliksem. Ze wankelt
"Ik heb het gedaan", schreeuwt ze, "Ik"
De man timmert een kleine kist en draagt het weg op zijn rechterschouder
Hij begraaft het naast de grootvader
Martha gaat in bed liggen. Twee dagen en twee nachten zegt ze niets. De
derde nacht worden de anderen wakker van het lawaai. Ze ligt onder aan de
trap
Haar man vraagt of ze zich bezeerd heeft. Ze zegt "nee" en gaat weer naar
bed
Dit herhaalt zich een week lang iedere nacht. Niemand slaapt. Iedereen let
op
Maar toch, telkens is ze de anderen te slim af
De dokter wordt gehaald. Ze knikt bij ieder woord dat hij zegt. Met haar
armen gekruist over haar borst wiegt ze zachtjes heen en weer. Ze laat
zich gedwee meenemen. De dokter weet niet wanneer ze terugkomt. Ook in de
inrichting, zegt hij, kunnen ze haar geen moment alleen laten