Liselore Gerritsen - De vogelkop lyrics
rate me<b>De vogelkop</b> by <i>Liselore Gerritsen</i><br />Op haar vingers telt ze hoe oud ze is: zeven jaar
Ze ligt al een jaar in bed. In de nacht wacht ze op het grijze morgenlicht
Op het bekertje melk om zeven uur, het bordje pap om acht uur. Morgen komt
de dokter weer. Het koude ding op haar borst maakt haar aan het schrikken
en tegelijk aan het lachen. Af en toe mag ze een uurtje in grootvaders
stoel voor het raam zitten. Ze wuift naar de kinderen die voorbijkomen.
Met open monden kijken ze naar haar: een vreemd diertje achter glas. Dan
hollen ze door
Ze mogen niet binnenkomen. Het meest kijkt ze uit naar Japie. Hij is acht
jaar
Eerst loopt hij haar raam voorbij en wuift. Dan komt hij terug. Kijkt om
zich heen of de andere kinderen weg zijn en begint te graaien in zijn
broekzak
Hij laat alles zien wat er in zit
Een spierwitte steen, een glimmende kastanje, de schedel van een kleine
vogel
Iedere keer weer andere dingen
Als ze iets heel erg mooi vindt, tikt ze met haar wijsvinger zachtjes
tegen het raam. Het is altijd iets dat Japie ook het mooiste vindt en niet
graag wil missen. Dit keer is het de vogelkop. Hij zucht, haalt zijn
schouders op, maar legt hem dan voorzichtig in de vensterbank en holt weg
De kamer is vol van dingen die Japie haar gegeven heeft, maar de vogelkop
is het mooist. Ze legt hem op een toffeepapiertje en kijkt ernaar.
Urenlang
De kop wordt steeds groter. Komt dichterbij. Hij krijgt weer ogen, ze zijn
zo zwart als de nacht in haar kamertje en kijken haar aan. Ze verdwijnt
erin als in donker water. Ze slaapt in. Ze is de vogel. Haar armen zijn
vleugels. Ze haalt diep adem. Stroomt vol kracht en geluk. Ze slaat haar
vleugels uit, stijgt op en vliegt dwars door het raam naar buiten. Boven
de kastanjeboom uit
Ze cirkelt rond de kerktoren, duikt neer tot vlak boven de huizen om dan
schaterend weer omhoog te schieten tot aan de maan die haar naam roept, de
wolken die haar omhelzen
De volgende dag is het zacht septemberweer. Het raam staat een eindje open
Ze hoort de vogels en probeert hun geluiden na te doen
Na schooltijd, voor het raam, vraagt Japie wat ze later worden wil. "Een
vogel", zegt ze. "Dat kan niet." "Jawel, dat kan wel en als je wilt neem
ik je mee." Japie haalt zijn schouders op maar schuift zijn hand onder het
raam door en raakt haar even aan. "Vannacht", zegt hij, "heb ik twee
sterren zien vallen terwijl er verder geen sterren waren"
"Dat waren mijn ogen", zegt ze. "Ik heb twee wensen gedaan", gaat hij
verder, "een voor jou en een voor mij, ik vroeg..."
Ze legt haar kleine wijsvinger op zijn mond
"Niet zeggen", fluistert ze, "nooit zeggen"