Jan Rot - Mijn naam is Mien (A boy named Sue) lyrics
rate me<b>Mijn naam is Mien (A boy named Sue)</b> by <i>Jan Rot</i><br />Mijn vader liep weg, net toen ik kwam
Liet niks aan mij, en niks aan mam
Dan een stokerij in rum, clandestien
Maar niet alleen liet ie ons staan
Nee, het ergste dat ie heeft gedaan
Net voor ie ging gaf hij me aan als Mien
Goed, hij zag het vast als reuze grap
En menigeen die lacht zich slap
Maar ik was bij geboorte androgyn
De meisjes proestten, ik werd rood
De jongens, woester, riepen: poot
Oh het is geen makkie met een naam als Mien
Goed, ik werd dus snel en ik werd gemeen
Mijn vuist was hard en mijn hart van steen
Ik trok van stad tot stad en raam tot raam
Want ik deed een eed op m’n moeders graf
Ik zoek ‘m op en ik maak ‘m af
De gulle gever van die vervloekte naam
Het was Groningen de zon stond hoog
Mijn hemd was nat en mijn keel was droog
Hoe heet die film, John Wayne ontmoet James Dean
In een bruine kroeg, ‘t was het Witte Paard
Zat aan de bar en hij speelde kaart
De jokerkop die mij verried met Mien
Ja, je herkent zo’n vent als je eigen pa
Van een ouwe prent uit je moeders la
Door een snee op z’n wang en een ranzig reukorgaan
Hij was groot en krom en kaal en oud
En ik keek naar hem en mijn bloed werd koud
En ik zei:
Mijn naam is Mien
Lang niet gezien!
Jij gaat eraan
Ga maar staan
Goed, ik sla hem snoeihard voor z’n kop
En hij gaat neer, maar komt weer op
Trekt zijn mes en jaapt zo m’n linkeroor
Maar ik sloeg een stoel recht in zijn smoel
En dwars door de ruit met gekrijs, gejoel
En op straat in het glas en de stront vochten we door
Ik kreeg wel groter gasten klein
Maar weet zo gauw niet wie dat zijn
Hij klauwde als een beer en hij beet als een krokodil
Ik hoorde een lach en hij vloekte goor
En trok z’n gun, maar ik was ‘m voor
En hij stond daar stil en keek, zijn blik werd mild
En hij zei: zoon, het leven is een harde strijd
En een zwakke man die wordt een meid
En ik wist dat ik je niet tot steun kon zijn
Dus ik gaf je die naam en ik zei vaarwel
En bleef je een kneus werd die naam een hel
Dus mét zo’n naam kwam je vanzelf wel overeind
Hij zei: Ik heb net gezien hoe verwoed je vecht
En ik snap je wrok en je hebt het recht
Dus schiet me neer als je denkt dat ik dat verdien
Maar bedank me eerst met je grote mond
Voor de ballen in je ziel en het kruit in je kont
Want ik ben de etterbak die dacht aan Mien
En ja hoor, ik grien, ik grien...
Ik was diep geraakt, dus geen blauwe boon
En ik noemde ‘m pa en hij mij zijn zoon
En ik ging heel veel ineens heel anders zien
En ik denk nog aan ‘m, af en toe
En begrijp: zo vangt een haas een koe
En krijg ik een zoon dan noem ik ‘m misschien...
Piet of Klaas, alles behalve Mien! Wat een rotnaam!