Frans Halsema

Frans Halsema - De hanzesteden lyrics

rate me

<b>De hanzesteden</b> by <i>Frans Halsema</i><br />In de middeleeuwen voer een tal van Hollanders op zee

En ze namen op hun eindeloze tochten

Uit ons eigen landje alle soorten handelswaren mee

Die de buitenlanders gretig van ze kochten

Zo'n scheepje hoewe plomp en heel petiterig gebouwd

Een notendop, het kon gewoon niet gekker

Zat boordevol met boter, vis en kaas en zakken zout

Zelfs de Fransen riepen oh wat is dat lekker

De concurrentie werd enorm en op den duur te bar

In vreemde havens liep het storm en alles in de war

Dus sloot men zich alleen in het bevaamde hanzebont

Menig handelaar werd zo een schatrijk man

De steden bloeidenop, de reders aten hun buikje rond

Ze geloofden het wel en namen het ervan

En zo leefde in Stavoren een mevrouw zo welgesteld

Dat ze zelfs haar deurknop liet vergulden

Ze liep krom van de juwelen en ze bulkte van het geld

Dat alleen al zessentachtig kluizen vulde

Nog altijd niet tevreden met hetgeen zij reeds bezat

Ontbood de vruow haar meest bekwame schipper

Breng mij iets kostbaars uit de allerduurste stad

Het hipste wat er is, maar dan nog hipper

De kapitein begon zijn tocht, maar daar hij alsmaar zwierf

Kwam heel de vooraad onder 't vocht en al het graan bedirf

Verdraait riep toen de zeebonk, wat is kostbaarder dan graan

Want zonder kan de mensheid niet bestaan

In Duitsland kocht hij tarwe op een zeer vertrouwd adres

En voer hiermee naar zijn meesteres

Die stond al van nieuwsgierigheid te popelen op de kaai

En terwijl de kapitein het zeil liet strijken

Vroeg zeij wat hebt ge meegebracht oh schippe ris het fraai

Ja mevrouwtje sprak ie lachend kom maar kijken

Doch woedend schreeuwde zij toen zij de tarwe had ontdekt

Wat moet ik nou met graan, jij bent een mooie

En wit van met gaf zij de schipper opdracht

Om direct de hele lading over boord te gooien

Een grijzaard die dit had gehoord, riep luid gemenerik

Als jij zo doorgaat vrouw dan word jij net zo arm als ik

Ze nam haar ring wel duizend gulden waard misschien

Wierp deze in de golven en sprak kijk

Zowaar als ik dit gouden kleinood nimmer meer zal zien

Zowaar blijf ik mijn hele leven rijk

Maar een dagje later toen ze een dineetje geven zou

Voor wat gasten uit de stad en een paar dorpen

Sneed ze vis en zij verbleekte want daar in die kabeljauw

Zat die ring die zij in 't water had geworpen

En toen verscheen een bode en die kondigde haar aan

Dar haar schepen met een storm hadden te kampen

Haar hoogmoed kwam ten val, ze werd van dit moment af aan

Getroffen door de vreselijkste rampen

Beroofd van al haar praal en pracht een harde bittere les

Zij werd vernederd en veracht en stierf als bedelares

Zij werd vernederd en veracht en stierf als bedelares

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found