Brammetje

Brammetje - Krekel En Mieren lyrics

rate me

<b>Krekel En Mieren</b> by <i>Brammetje</i><br />(La cigale ayant chante tout l'ete...)

Hij was als kind een onbestemde dromer

En had op school nooit heel veel uitgevoerd

Maar was, toen hij z'n lessen niet wou leren

Op goed geluk de wereld ingetoerd

Hij viel niet op, hij deed geen rare dingen

Hij leed geen honger en hij bleef gezond

En leerde hier en daar een liedje zingen

En trok op zijn manier de wereld rond

En op een dag ontmoette hij toevallig

Twee ouwe vrinden uit z'n jonge tijd

Twee braven, die hun lessen altijd leerden

Twee lui met aanleg voor bestendigheid

Hij vond in hen twee welgestelde wijzen

Met 's werelds groten aangenaam bevrind;

Hij zat weer aan in huizen als paleizen

En voelde zich naast hen nog haast een kind

En aan 't diner bespraken zij de dingen

Waarop hun leven steeds was ingesteld:

De beurs, de zaken, politiek en vrouwen

Het weer, de kroeg en bovenal het geld

Hij zat onwennig maar wat mee te praten

Aan zo'n diner was hij niet meer gewend

Dus dronk hij z'n champagne heel gelaten;

Hij was en bleef toch maar een rare vent

Maar toen ze later aan de koffie zaten

Toen bracht de knecht z'n eeuwige guitaar;

Hij keek verbaasd, z'n ouwe vrinden lachten:

"Nou jij aan 't woord!, wij roken een sigaar!"

Hij keek eens rond, hij greep eens in de snaren

En neuriede een ouwe melodie

Het werd opeens of ze weer jongens waren

En in de kamer gleed de Poezie

Hij zong het ouwe liedje van Montmartre:

Nini peau d'chien, dat snerpend wrede ding

Mort de Pierrot, en toen la Paimpolaise

Terwijl de stilte in de hoeken hing

Z'n vrinden zaten voor zich uit te staren

Son vieill' eglise, son Grand Pardon

En neurieden wat zij vergeten waren

En hij alleen geheel begrijpen kon

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found