Harrie Jekkers

Harrie Jekkers - mijn ikken lyrics

rate me

<b>mijn ikken</b> by <i>Harrie Jekkers</i><br />Soms roep ik mijn ikken bij elkaar

Ik heb inmiddels al een aardig reservoir

En als ik dan vraag: "He welke ik is eigenlijk waar"

"Ik, ik, ik", roepen mijn ikken dan door elkaar

En dan zwaai ik met mijn voorzittershamer

Verzoek om stilte in mijn bovenkamer

En dan geef ik met een vorstelijk gebaar

Het woord aan mijn ik van negen jaar

Hij woont nog in mijn binnenkant

Kijk, daar loopt-ie met een gulden voor de kapper

Maar hij geeft zijn gulden uit aan veterdrop

Want hij vindt: 't maar een stomme lul, die kapper

Wat je ook vraagt, hij knipt altijd zo'n stekelkop

Kijk hem daar nou huilend op de gang staan

Hij is er weer een keertje uitgezet

Omdat-ie, en dat was gewaagd

Bij godsdienst heeft gevraagd

"Pater, God die weet toch alles?"

"Dus hij weet ook wat ik wil"

"Als dat dan het geval is, heb ik toch geen vrije wil!"

Kijk, daar bindt-ie met een elastiekje

Vier pennen op een rijtje naast elkaar

Omdat-ie na moet blijven, strafwerk moet schrijven

Met vier pennen is hij lekker sneller klaar

Kijk hem daar nu eens fantastisch scoren

Juichend loopt ie terug over het plein

"Goed he, met zijn linkerbeen"

"Hoezo? Hij was er overheen!"

"Joh, hij was er helemaal niet overheen"

Roept hij over het plein

"Joh, dat leek maar zo d'r overheen

Dat komt door die keeper joh

Die is veel te klein!"

Kijk, daar loopt-ie met zijn rood-oranje vlieger

Naar het landje waar je zo goed vliegeren kan

Zijn vlieger klimt omhoog, nog hoger dan de regenboog

En dan verstuurt-ie langs de draad een telegram

Waarop-ie met een potlood heeft geschreven

"Sorry God, misschien een beetje raar

Maar ik wil iets hebben, wat zelfs Sinterklaas maar niet wil geven

Ik wil zo graag een Lassiehond, met van dat Lassiehaar

Een Lassiehond, met van dat Lassiehaar"

Kijk, daar wordt-ie wakker in de winter

Hij kan even niet geloven wat ie ziet

Moet je horen hoe ie schreeuwt

"Het heeft vannacht gesneeuwd!"

Moet je zien hoe snel-ie in zijn kleren schiet

Kijk hem daar nu kwaad op Sinterklaas zijn

Wat-ie gekregen heeft, vindt ie geen flikker aan

Hij vindt het: 'achterlijk en stom

Vooral die goudvis in die kom!'

Op zijn verlanglijst stond een Lassie boven aan

En in de lente gaat-ie kikkervisjes vangen

En in de zomer fietst-ie helemaal naar Wassenaar

Hij knikkert in de knikkertijd

Daar raakt-ie dan zijn knikkers kwijt

Dan huilt-ie thuis weer nieuwe bij elkaar

Ach, mijn ik van negen jaar die alles meeheeft

Die door zijn moeder op zijn wenken wordt bediend

Hij snapt niet dat-ie in een paradijs leeft

Dat zijn vader elke dag voor hem verdiend

Maar het stomste van mijn ik van negen jaar is

Dat weet ik zeker, omdat ik hem goed ken

Het stomste wat-ie wil, met zijn kleine vrije wil

Hij wil groot zijn, net zo groot als ik nu ben

Hij wil groot zijn, net zo groot, als ik nu ben

Soms roep ik mijn ikken bij elkaar

Het woord is nu aan mijn ik van twintig jaar

Mijn ik van twintig jaar, die denkt in uitroeptekens

In zwart en wit, dwars tegen alles in

Gematigd en voorzichtig zijn, vindt-ie

Water bij de wijn

Hij wil alles of niks en niks er tussen in

En later, joh, da's voor hem allang begonnen

Hij heeft genoeg aan een acoustische gitaar

En dat later zal er trouwens later anders uitzien

Voor 'The times they're changing', reken maar

Kijk, daar zit-ie op zijn kamer met zijn vrienden

Hij heeft die middag alle platenzaken afgezocht

En voor het geld dat-ie op zaterdag verdiend heeft

De nieuwste van Bob Dylan net gekocht

Kijk, ze drinken en ze praten over vriendschap

Die zal voor eeuwig zijn, 'an everlasting song'

Ze gaan nooit meer uit elkaar, zeker weten, reken maar

En Bob Dylan zingt: 'May you stay forever young!'

En Dylan zingt 'May you stay forever young!'

Een rugzak vol met idealen, dat is mijn ik van twintig jaar

Dat wordt later bakzeil halen, want die zak is veel te zwaar

Soms roep ik mijn ikken bij elkaar

Het woord is nu aan mijn ik van dertig jaar

Mijn ik van dertig jaar is teruggekomen

Van: "Zeker weten, zwart en wit" en "Ik heb gelijk!"

Hij nuanceert met zijn verstand

De waarheid tot een diamant

Die steeds van kleur verandert als je anders kijkt

Hij geeft absoluut het voordeel aan de twijfel

Maar soms krijgt-ie opeens zo'n heimwee naar

Dat stompzinnige geloof in idealen

Van zijn uitgesproken ik van twintig jaar

Kijk, daar kiest-ie nog een keertje voor de vrijheid

Maakt z'n verkering uit en zegt z'n baantje op

Maar hij heeft veel te snel beslist, zich vreselijk vergist

Hij kan geen kant met al die nieuwe vrijheid op

Kijk, daar wordt-ie wakker met een kater

De grote ongebonden, vrije twijfelaar

Ach, kwam zijn moeder maar, met een glaasje water

Ach, was-ie maar weer veilig negen jaar

Ach, mijn ik van dertig jaar, wordt nooit geen negen meer

Hij wordt al aangesproken met: meneer

Laatst riep ik weer mijn ikken bij elkaar

En toen ik weer eens vroeg "He‚ welke ik is eigenlijk waar?"

Zeiden mijn ikken opeens: "Zeg jij het maar

Jij bent de oudste, de ik van veertig jaar!"

En toen ik zei: "Dat zou ik eigenlijk niet weten"

Zeiden mijn ikken: "Da's helemaal niet waar

Weet je wat jij bent, joh? Je bent ons niet vergeten

Daarom roep je ons nog altijd bij elkaar"

Je bent die jongen met die rood-oranje vlieger

Die af en toe nog blij is als het sneeuwt

Je bent die jongen met lang haar

Van twintig jaar, met een gitaar

Die af en toe nog weleens over onrecht schreeuwt

En soms ben je die jongen weer van dertig

Van: "Ik weet niet, misschien, bekijk het maar"

Je bent een dromer, een drammer, een twijfelaar

Een ik van veertig jaar, die nog geen ikje is vergeten

En nog vaak van ons wil weten

Maak ik jullie af en toe nog wel eens waar

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found