Frans Halsema

Frans Halsema - Kamper uien lyrics

rate me

<b>Kamper uien</b> by <i>Frans Halsema</i><br />De bewoners van Kampen, aldus boze tongen

Die leven in hoofdzaak van uien met jus

't Verhaal is al tientallen malen bezongen

Maar als je 't nog niet wist, nou dan weet je het nu

In vroegere tijden was iedereen dol

Op de Kampers, die mochten in Zweden

Zelfs doorvaren zonder een dubbeltje tol

Waar de and'ren hun zeer om beneden

Ze kapten er ook bomen wat niemand verder mocht

Die werden dan weer elders met grove winst verkocht

Hierna keerden zij via hun Zuiderzee

Behouden terug op de Kampense ree

Ze volgden hun bakens tot aan d' IJsselmond

Een Kampenaar zat bijna nooit aan de grond

Ook de thuisblijvers togen verwoed aan de arbeid

De sporen daarvan vind je nog steeds terug

Ze bouwden een raadhuis van zeldzame schoonheid

En over de IJssel een machtige brug

Helaas, de natuur heeft het grondig verprutst

Want alras tot hun schade en schande

Bemerkten de nijvere Kampers onthutst

Dat hun haven begon te verzanden

Ze sloegen aan het graven met heel hun hart en ziel

En trachtten nog te redden wat er te redden viel

Maar hoe ze ook zwoegden het hielp ze geen zier

Uiteindelijk was er meer strand dan rivier

Geen schip kon er meer in de haven terecht

En het noodlot van Kampen was hiermee beslecht

Nu die uien, waar wij het daarnet over hadden

De Kampenaars, zegt men, zijn vreselijk dom

't Is niet m'n bedoeling die lui te bekladden

Maar wat er verteld wordt, dat liegt er niet om

Ze verwachtten een keertje in Kampen bezoek

Van de bisschop, dat was heel bijzonder

Dus ze vingen voor hem een reusachtige snoek

Maar hij kwam niet, toen had je het gedonder

Ze braken het beest voorzichtig het haakje uit zijn bek

En wierpen 'm in de IJssel met een belletje om zijn nek

En zeiden: 'Hij blijft voor de bisschop bestemd

Door het belletje weet je precies waar hij zwemt'

Maar toen het zover was liep het helemaal mis

Want al wie niet kwam was natuurlijk die vis

Op een keer sloeg de bliksem de trans van de toren

Daar heeft zich een tijdlang geen mens mee bemoeid

Maar toen kwam de Kampenaars plotseling ter ore

Dat het dak van de toren met gras was begroeid

Dat vonden ze zonde maar één van hen sprak

'Ik weet wat, het zal je verbazen

We hijsen eenvoudig een koe naar het dak

En die laten we daar rustig grazen'

De koe werd opgetrommeld, kreeg om zijn nek een strop

Drie kerels stonden boven en hesen hem naar de top

'Nee maar', riep de schout, 'kijk nou toch die schavuit

Hij steekt al begerig zijn tongetje uit!'

Maar het lachen verging hem al gauw, want de koe

Was inmiddels al lang naar zijn grootmoeder toe

Maar behalve dit beeld was er ook nog een ander

Dat ik absoluut boven het eerste verkies

In werkelijkheid was onze Kamper zo schrander

Dat 'ie telkens op reis moest voor raad en advies

Dus moeder de vrouw stond alleen voor 't gezin

En nam dan al graag bij herhaling

Al roddelend met een vertroude vriendin

Haar weerloze vent in de maling

Ze schilderde haar man af als dom en vreselijk lui

Uit al dit soort verzinsels ontstond de Kamper Ui

Vandaar dat men schamper de Kamper bekijkt

Het doel van de vrouw was volledig bereikt

Hij heeft het voorgoed bij de wereld verbruid

Hij blijft een Kamper Ui

Hij zit in zijn fauteuil

En komt er van zijn leven niet meer uit

Get this song at:  amazon.com  sheetmusicplus.com

Share your thoughts

0 Comments found