Don Quishocking - de mooiste meid lyrics
rate me<b>de mooiste meid</b> by <i>Don Quishocking</i><br />Ze was de mooiste meid van 't hele dorp; ze was de trots van alle ommelanden
Als je d'r schouders en d'r dikke kuiten zag dan stond het water dadelijk in je handen
Als ze voorbij kwam op d'r oude Fongersfiets en er stond een harde tegenwind
Dan wist een elke kerel waar 'ie kijken moest; het was een heerlijk kind
Omdat ze onbetwist de allermooiste was werd door het hele dorp met haar gegeurd
Als er een bloemenkoningin moest wezen dan viel natuurlijk haar die er te beurt
En bij een voetbalcompetitie of een roeiwedstrijd bevochten ze mekaar als leeuwen
Want elke mededinger wist maar al te goed dat zij de prijzen uit mocht delen
Zo was er ook een keer een soort concours hippique waarbij het hele dorp weer aan de kant zat
Omdat men dat jaar nogal goed bij kas zat was de eerste prijs een zweep met zilv´ren handvat
Na afloop van de wedstrijd stond zij op het podium en naast haar stond de kampioen
En de spanning steeg ten top want iedereen die was benieuwd wat of ze nou zou doen
Zou ze het doen, zou ze het doen
Dat was voor iedereen de vraag
Geeft ze hem een zoen geeft ze hem een zoen
Geeft ze hem de volle laag
Ze gaf hem een zoen!
Van afgunst zagen alle mannen groen
En blozend zei de winnaar:
"Was ik maar haar minnaar
Want wat heb ik aan die poen;
Enkel en alleen die zoen die zoen die zoen
Daar was 't me om te doen"
Ja, ja
De acclamatie was nog al verdeeld want alle mannen wreven in d'r handen
Alleen de dames uit de buurt - vooral de middelbare dames -riepen luidkeels schande
En toen een enthousiasteling het voorstel deed om elke maand een wedstrijd te gaan rijden
Toen is dat afgeketst omdat de vrouwen dreigden zich gezamenlijk te laten scheiden
Maar toen het jaar daarop de dameskrans besloot een honderdjarige te gaan eren
Van wie men wist dat het zijn allerliefste wens was om alsnog te emigreren
Toen sprak die mooie meid: "we sparen met zijn allen voor een vliegreis en die bied ik aan"
Toen kregen alle dames rode vlekken in haar nek en dachten "oh; hoe moet dat gaan"
Zou ze het doen, zou ze het doen
Dat was voor iedereen de vraag
Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen
Geeft ze hem de volle laag
Ze gaf hem een zoen!
Van afgunst zagen alle mannen groen
En blozend zei die ouwe:
"Kon ik je maar trouwen
Want wat heb ik aan die poen
Enkel en alleen die zoen die zoen die zoen
Daar was 't me om te doen"
Ja, ja
De dames van de krans die voelden toen een lust tot moorden in hun boezem wellen
Maar konden in hun zwakte niet veel anders doen, dan driftig hun vriendinnen bellen
De week daarop besloot toen elk actiecomité en elke dameskrans:
Als er iets in 't openbaar te geven viel dan kreeg die mooie meid geen schijn van kans
Alleen de burgemeester - 't was een vrijgezel - was ziende blind dat vaker voorkomt (héél vaak!)
Die sprak: "die asfaltweg, die straks wordt aangelegd, als het koninklijk besluit er doorkomt;
Die zal ìk openen maar 'k zou het enig vinden als die mooie meid het met me deed"
Toen dacht het hele comité O jeminee als zij nou straks haar plaats maar weet
Zou ze het doen, zou ze het doen
Dat was voor iedereen de vraag
Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen
Geeft ze hem de volle laag
Ze gaf hem een zoen!
Van afgunst zagen alle dames groen
En woedend riep een boer:
"Wat een vieze hoer!
Mens, da's tegen het fatsoen!
Een zoen, een zoen, een zoen:
Hoe kan ze dat nou doen"
Ja, ja
En toen het lint dan eindelijk was doorgeknipt, reed er een grote limousine voor
En de burgemeester en de mooie meid, die stapten in en gingen er vandoor
Het hele comité heeft nog tot middernacht met koude voeten op ze staan te wachten
Maar het paar dat bleef twee weken weg; en het hele dorp dacht aan de nachten:
Zouden ze het doen, zouden ze het doen
Dat is voor ons de vraag
Blijft het bij een zoen, blijft het bij een zoen
Of geeft 'ie haar de volle laag?
Ze zijn het aan het doen!
Een ouwe bok lust wel een blaadje groen.
Die mooie meid wordt nou
Burgemeestersvrouw
Já: dat heb je van zo'n zoen;
Een zoen een zoen een zoen een zoen,
Wat je daar niet allemaal mee kan doen!
(c) Tekst: George Groot