Conny Stuart - Kerstverhaal lyrics
rate me<b>Kerstverhaal</b> by <i>Conny Stuart</i><br />Hij liep op een kerstdag van huis
De sfeer daar, die stond hem zo tegen
De boom en de ballen incluis
Hij had er genoeg van gekregen
Hij walgde van krans, en fondant bij de thee
En van het programma op Hilversum twee
En ook van zijn vrouw, die nog riep uit het raam:
"Ach Rinus, wij hadden 't zo knusjes tezaam..."
Zo is hij vertrokken, de lucht was vol klokken
Zijn keel zat vol brokken, zijn bril zat vol vlokken...
't Was bitter koud, en manshoog lag de sneeuw
En in de haven, daar krijste een meeuw
Hij ging toen meteen aan de rol
Hij ging aan het zwalken en zwerven
Hij hield het een paar jaren vol
Maar kon nergens vrede verwerven...
Hij zat met de kerst zo alleen aan de lunch
Met oude jenever in plaats van de punch
Hij kreeg met de kerst nooit meer pudding met room
Er was met de kerst nooit een bal aan de boom...
Dan liep hij te mokken, de lucht was vol klokken
Zijn keel zat vol brokken, zijn bril zat vol vlokken...
't Was bitter koud, en manshoog lag de sneeuw
En in de haven, daar krijste een meeuw
Hij kwam op een kerstdag weer thuis
Dat had u misschien al geraden
Er stond een figuur bij 't fornuis
Kalkoen in de oven te braden
Hij pakte haar beet, en hij gaf haar een zoen
Hij dacht: ze is niet meer zo vadsig als toen
Francien is nu echt niet onaardig van vorm
Wat scheelt dat een stuk, ja, wat scheelt dat enorm...
Hij streelde haar lokken, de lucht was vol klokken
Zijn keel zat vol brokken, zijn bril zat vol vlokken...
't Was bitter koud, en manshoog lag de sneeuw
En in de haven, daar krijste een meeuw
Hij fluisterde innig en stil:
"Nu blijven wij steeds bij elkander"
Maar toen smolt de sneeuw op zijn bril:
Het was niet Francien, maar een ander!
Francien was verhuisd naar een andere stad
Daar at ze nu krans met een andere schat
En daar, aan dat keukenfornuis van weleer
Hield hij in zijn armen een vreemde... meneer!
Dat kwam door die vlokken, wat is hij geschrokken
En oei, dat werd knokken, zijn bril ging aan brokken...
't Was bitter koud, en manshoog lag de sneeuw
En in de haven, daar krijste een meeuw!